Hoe vinden twee in wezen concurrerende partijen elkaar om te gaan samenwerken aan de ontwikkeling van een integraal zorgplatform? “Simpel, gewoon bellen”, zegt Paul Witteman van HealthConnected nuchter. “We hebben op het gebied van ketenzorg allebei één grote concurrent binnen onze vakgebieden. Het is voor ieder van ons afzonderlijk moeilijk om daarmee de strijd aan te gaan, en we hadden klanten die functionaliteiten vroegen die wij alleen niet konden bieden en samen wel.” Hij kende de andere partij, Caresharing, al langer en wist dat beide partijen niet alleen hiaten hadden in wat ze konden bieden, maar ook dat ze weinig overlap hadden in wat ze wél boden. “Dus besloten we dat we samen een mooier product konden maken dan de concurrent”, zegt hij. De partijen kenden elkaar niet alleen al, ze hadden ook al met elkaar te maken gehad. Tijs Rietjens van Caresharing vertelt: “Toen Paul nog bestuurder was van huisartsorganisatie HONK, is hij klant geweest van ons. De basis om te zien dat we complementair zijn aan elkaar en samen beter in staat zijn om huisartsengroepen – en de zorg
breder ook – te ondersteunen in de ontwikkeling van een integraal zorgplatform werd daar feitelijk al gelegd. We waren onze dienstverlening toen ook al aan het richten op paramedie, ziekenhuizen, apotheken en verpleeghuizen.” Witteman: “Terwijl wij ons juist zijn gaan concentreren op het bronsysteem, het HIS. Dat maakt ons complementair.”
Versnelling door het IZA
Dus hebben de partijen de handen ineen geslagen om een integraal netwerkinformatiesysteem (NIS) te ontwikkelen. Een integraal zorgplatform dus voor het netwerk rondom de eerstelijns zorg. Dat klinkt zo logisch dat het de vraag oproept waarom het er niet al lang is. Stelden de aanbieders de vraag niet? “Het punt is meer dat het technisch uitdagend is om het te realiseren”, zegt Witteman. Rietjens vult aan: “Wat meespeelt is dat het Integraal Zorgakkoord versnelling geeft aan de ambitie om te gaan samenwerken, ongeacht of de ict dit al ondersteunt. Natuurlijk is ict geen doel op zich, maar het speelt wel een rol om de samenwerkingsdoelen te kunnen realiseren die partijen voor ogen staan. Daarin zijn ze zoekende. De ene regio is daar verder in dan de andere.” Witteman knikt instemmend. “Het IZA heeft momentum gegeven en middelen om te investeren”, zegt hij. “En daarnaast natuurlijk de ontwikkeling naar regionale ondersteuningsstructuren waarmee huisartsen meer naar één HIS in de regio gaan. Zorggroepen ontwikkelen zich dus al richting netwerkorganisaties.”
Het hele artikel lezen? Download het hier!