Na een leven lang werken in de zorg – hij is psycholoog – schreef Geene een boek over vergrijzing en ouderenzorg. Dit leidde tot een uitnodiging van de KBO om een project wonen en zorg te ontwikkelen. Toen hij daarmee aan de slag ging, was zijn eerste gedachte: dat kleine verpleeghuis in ons dorp met 24 bedden, dat kunnen wij als bewoners best zelf aansturen, het zijn immers onze eigen dorpsgenoten die daar moeten gaan wonen.
Maar hoe meer hij zich in de materie verdiepte, hoe meer hij tot de conclusie kwam dat er zóveel vergrijzing is – en tot de piek in 2040 nog op ons afkomt – dat het aansturen van dat kleine verpleeghuis een druppel op een gloeiende plaat is. “De problemen die de vergrijzing met zich meebrengt kunnen we alleen maar samen oplossen”, zegt hij.
Voorzorgcirkels
Dus ging Geene bijeenkomsten voor en met ouderen organiseren om te horen wat zij wilden. “In de kern wilden ze allemaal hetzelfde”, zegt hij, “zo lang mogelijk thuis blijven wonen en daarbij rekenen op steun uit de directe omgeving. Maar ze zeiden ook: ‘Ik ben nu nog gezond en ik zie wel’. Dat is je kop in het zand steken natuurlijk. Ze bereidden zich niet voor op het feit dat ze zorg nodig zouden hebben als ze ouder werden. Maar als het zover is, hebben ze elkaar wel nodig. We hebben te maken met vergrijzing én met ontgroening. Er komen steeds minder jonge mensen om voor steeds meer oude mensen te zorgen. Er is nu al personeelskrapte in de zorg en we hebben de piek van de vergrijzing nog niet eens bereikt.”
Uit voorzorg
Met Voorzorgcirkels geeft initiatiefnemer Henk Geene in een modern jasje invulling aan het naoberschap dat in Nederland -afhankelijk van waar je woonde- gemeengoed was voordat de individualisering van de samenleving de overhand kreeg. Hard nodig, stelt hij, want de problemen die de toenemende vergrijzing met zich meebrengt zijn alleen in de samenleving op te lossen, met mensen die omzien naar elkaar en iets voor elkaar over hebben.