De gelijkwaardigheid die Hendriks bepleit, is in de eerste lijn vaak al op een natuurlijke manier aanwezig in de relatie tussen mantelzorger en huisarts. In veel gevallen is er door de jaren heen vertrouwen opgebouwd. “Ik vind dat we die positie van de huisarts echt moeten koesteren.” Eerder bepleitte hoogleraar Jettie Bont in De Eerstelijns voor een contactpersoon vanuit de familie: “Je hebt als huisarts soms te maken met lastige gezinsdynamiek. Bijvoorbeeld vier kinderen die het onderling niet eens zijn.
Als huisarts wil je dat één kind het contact is. Het zou mooi zijn als verkend wordt of mantelzorgers verplicht kan worden te bepalen wie voor professionele zorgverleners het contact is.” Hendriks aarzelt: “Ik snap het pleidooi, maar ik vraag of het helpt zoiets wettelijk vast te leggen. Ik denk dat je er ook dan niet aan ontkomt om het er in specifieke situaties gewoon over te hebben. Dan hebben papa en mama in een levenstestament besloten dat de zoon alles mag doen en voelt een dochter zich afgedankt. Helpt zo’n verplichting dan? De dynamiek haal je er niet mee weg.”
Wat volgens Hendriks zeker wel zou helpen, is de doorontwikkeling van het PGO, de online Persoonlijke Gezondheid Omgeving, het patiëntendossier. Zorgverleners kunnen er bij wijze van spreken allemaal in, de mantelzorger hobbelt vaak achter de informatie aan die daarin staat. Hendriks: “Ik snap dat de mantelzorger niet per definitie toegang moet hebben, de privacy van de patiënt is essentieel. Maar ik kan als ik patiënt zou zijn nu niets delen met mijn man terwijl ik dat misschien wel wil. Wat ik voor PGO, maar bijvoorbeeld ook voor monitoring vanuit het ziekenhuis en eigenlijk alle vormen van eHealth zou willen, is dat ontwikkeling en ontwerp altijd in een gelijkwaardige driehoek van zorgvrager, mantelzorger, zorgverlener plaatsvindt.” Meer dan vijf miljoen mantelzorgers, steeds minder betaalde zorg, maar slechts 150 miljoen mantelzorgondersteuning vanuit gemeenten. “Deel dit door 350 gemeenten en je komt uit op een fractie van wat mantelzorg de samenleving oplevert.” De nood is hoog, weet Hendriks. “En niet straks, in 2030 of 2035, waar we in de beleidswereld zo graag over praten, maar nu. We moeten nu echt de mantelzorger als vertrekpunt nemen bij de inrichting van zorg en welzijn. Anders is straks is niet een op de tien mantelzorgers overbelast, maar drie of vier op de tien waardoor de druk op de zorg explosief toeneemt.”
Het hele artikel lezen? Download het hier!