Tenminste, dat is lang het geval geweest. Het document Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen maakt ondubbelzinnig duidelijk dat de overheid hierin nu een terugtrekkende beweging maakt. De kernboodschap van dit document is immers: zo zelf mogelijk, zo thuis mogelijk, zo digitaal mogelijk. De een vertaalt dit als ‘zoek het zelf maar uit’-beleid. De ander erkent het als de logische nieuwe werkelijkheid, waarin naast eigen verantwoordelijkheid van de oudere en dienst naasten ook zorgtechnologie en buurtinitiatief een rol kunnen spelen.
Eenzelfde reactie zien we bij de discussie over de verpleeghuiszorg. Demissionair minister Conny Helder heeft aangegeven dat het aantal verpleeghuisplekken niet kan worden uitgebreid, of er nu wachtlijsten zijn of niet. Ook hier geldt dus: zo zelf mogelijk, zo thuis mogelijk, zo digitaal mogelijk. Is dit een verarming? Die vraag hangt samen met de geldende opvatting dat de beschaving van een land kan worden afgelezen aan de wijze waarop het omgaat met de zorgen voor de meest kwetsbaren in de samenleving.
Ook daar kan op twee manieren naar worden gekeken. De meest gehoorde reactie is: ‘Dus moeten we nu zo snel mogelijk investeren in verpleeghuisplaatsen’. Maar is dat zo? Betekent dit níet doen automatisch dat we kwetsbare ouderen aan hun lot overlaten? Niet per se natuurlijk. Het kan ook betekenen dat we gaan beseffen dat we als samenleving weer zelf voor onze (groot)ouders moeten gaan zorgen. Dat de tijd is aangebroken om dat getal van zestien procent achter ons te laten dus. Een getal dat weliswaar niet noodzakelijk schokkend is, maar waarvan we ons wel moeten afvragen of het nog past bij de samenleving die zich nu voor onze ogen aftekent.
Frank van Wijck
Hoofdredacteur Sociaal Domein
HOOFDREDACTIONEEL COMMENTAAR
Slechts zestien procent van de Nederlanders vindt het een plicht om te zorgen voor zieke ouders, is de conclusie uit onderzoek van de European Value Study. We staan daarmee op de laatste plaats in Europa, ver onder Zweden (31 procent) of Duitsland (47 procent). En helemaal ver onder Frankrijk, waar maar liefst 73 procent bereid is. Zijn dit schokkende cijfers, zoals hoogleraar zorg en samenleving Jan Kremer op LinkedIn stelde? Of is het een logisch gevolg van het feit dat we in Nederland een goed functionerend stelsel voor langdurige zorg kennen? Het collectief (de overheid) speelt in deze zorg immers een belangrijke rol.
Er moet ingezet worden om de mantelzorger te ondersteunen en niet zoals het nu is dat de mantelzorg het knechtje van de professional is. Willen we zorg goed en betaalbaar houden dan moet er een complete omwenteling komen. Dit is in alle vormen van zorg Cliënt en familie, naasten, de mantelzorger moet leidend worden. Nu wordt gigantisch gekletst van eigen regie en zelfregie. Het feit is dat de client ten dienste van de betaalde kracht is en deze is leidend. De familie, naasten wordt zich zo snel mogelijk van ontdaan, over de schutting gewerkt. (Die de schoen passen trekke hem aan.) de mantelzorg mag puin ruimen als de betaalde kracht Vrij en Blij is. Zij zijn de knechten en laten we nu een het handeltje omdraaien. Betaalde kracht jullie gaan de mantelzorger ondersteunen. Dan kunnen we de zorg betaalbaar houden en is er ook weer wederzijds respect. Daarbij wetgeving die nu het mogelijk maakt dat de organisaties zich kunnen ontdoen van juridische vertegenwoordiging van familie en netwerk moet per direct gewijzigd worden. Want nu worden verlengde armen ingezet van de instelling en levert nog regelmatig een aardig zakcentje in diverse diensten voor de instelling en of medewerkers op. Teveel mensen doen over ruggen van kwetsbare de maatschappij geld ontfutselen wat beter ten dienste van de kwetsbare gebruikt kan worden dan dat deze verlengde armen er mee flierefluiten. Daarbij vertellen ze ook nog wat familie van kwetsbare mensen wel niet allemaal zou moeten bekostigen. Terwijl deze vaak onder of net van een minimum moeten rondkomen. Daar zouden zij die rechtspreken ook eens oog en oor voor moeten hebben en niet meewandelen in de prietpraat van deze zg. weldoeners.